Infinitiefluire
Tegenwoordig deelwoordluisant
Voltooid deelwoordlui

Aantonende wijs

Tegenwoordige tijd

jeluis
tuluis
il, elle, onluit
nousluisons
vousluisez
ils, ellesluisent

Onvoltooid verleden tijd

jeluisais
tuluisais
il, elle, onluisait
nousluisions
vousluisiez
ils, ellesluisaient

Verleden tijd

jeluisis
tuluisis
il, elle, onluisit
nousluisîmes
vousluisîtes
ils, ellesluisirent

Toekomende tijd

jeluirai
tuluiras
il, elle, onluira
nousluirons
vousluirez
ils, ellesluiront

Aanvoegende wijs

Tegenwoordige tijd

que jeluise
que tuluises
qu'il, qu'elle, qu'onluise
que nousluisions
que vousluisiez
qu'ils, qu'ellesluisent

Onvoltooid verleden tijd

que jeluisisse
que tuluisisses
qu'il, qu'elle, qu'onluisît
que nousluisissions
que vousluisissiez
qu'ils, qu'ellesluisissent

Voorwaardelijke wijs

jeluirais
tuluirais
il, elle, onluirait
nousluirions
vousluiriez
ils, ellesluiraient

Gebiedende wijs

(tu)luis
(nous)luisons
(vous)luisez

Vertalingen

Catalaans
brillar; lluir
Duits
blinken; blitzen; glänzen; scheinen
Engels
to glow; to shine
Spaans
brillar; lucir
Italiaans
brillare; luccicare
Nederlands
blinken; glanzen; schijnen
Portugees
brilhar; luzir