Infinitiefabonder
Tegenwoordig deelwoordabondant
Voltooid deelwoordabondé

Aantonende wijs

Tegenwoordige tijd

j'abonde
tuabondes
il, elle, onabonde
nousabondons
vousabondez
ils, ellesabondent

Onvoltooid verleden tijd

j'abondais
tuabondais
il, elle, onabondait
nousabondions
vousabondiez
ils, ellesabondaient

Verleden tijd

j'abondai
tuabondas
il, elle, onabonda
nousabondâmes
vousabondâtes
ils, ellesabondèrent

Toekomende tijd

j'abonderai
tuabonderas
il, elle, onabondera
nousabonderons
vousabonderez
ils, ellesabonderont

Aanvoegende wijs

Tegenwoordige tijd

que j'abonde
que tuabondes
qu'il, qu'elle, qu'onabonde
que nousabondions
que vousabondiez
qu'ils, qu'ellesabondent

Onvoltooid verleden tijd

que j'abondasse
que tuabondasses
qu'il, qu'elle, qu'onabondât
que nousabondassions
que vousabondassiez
qu'ils, qu'ellesabondassent

Voorwaardelijke wijs

j'abonderais
tuabonderais
il, elle, onabonderait
nousabonderions
vousabonderiez
ils, ellesabonderaient

Gebiedende wijs

(tu)abonde
(nous)abondons
(vous)abondez

Vertalingen

Catalaans
abundar
Duits
reichlich vorhanden sein
Engels
to abound; to be plentiful
Spaans
abundar
Italiaans
abbondare
Nederlands
overvloedig aanwezig zijn; rijkelijk voorhanden zijn
Portugees
abundar