Infinitiefprogrammer
Tegenwoordig deelwoordprogrammant
Voltooid deelwoordprogrammé

Aantonende wijs

Tegenwoordige tijd

jeprogramme
tuprogrammes
il, elle, onprogramme
nousprogrammons
vousprogrammez
ils, ellesprogramment

Onvoltooid verleden tijd

jeprogrammais
tuprogrammais
il, elle, onprogrammait
nousprogrammions
vousprogrammiez
ils, ellesprogrammaient

Verleden tijd

jeprogrammai
tuprogrammas
il, elle, onprogramma
nousprogrammâmes
vousprogrammâtes
ils, ellesprogrammèrent

Toekomende tijd

jeprogrammerai
tuprogrammeras
il, elle, onprogrammera
nousprogrammerons
vousprogrammerez
ils, ellesprogrammeront

Aanvoegende wijs

Tegenwoordige tijd

que jeprogramme
que tuprogrammes
qu'il, qu'elle, qu'onprogramme
que nousprogrammions
que vousprogrammiez
qu'ils, qu'ellesprogramment

Onvoltooid verleden tijd

que jeprogrammasse
que tuprogrammasses
qu'il, qu'elle, qu'onprogrammât
que nousprogrammassions
que vousprogrammassiez
qu'ils, qu'ellesprogrammassent

Voorwaardelijke wijs

jeprogrammerais
tuprogrammerais
il, elle, onprogrammerait
nousprogrammerions
vousprogrammeriez
ils, ellesprogrammeraient

Gebiedende wijs

(tu)programme
(nous)programmons
(vous)programmez

Vertalingen

Catalaans
programar
Engels
to programme
Spaans
programar
Italiaans
programmare
Nederlands
programmeren
Portugees
programar