Infinitieftordre
Tegenwoordig deelwoordtordant
Voltooid deelwoordtordu

Aantonende wijs

Tegenwoordige tijd

jetords
tutords
il, elle, ontord
noustordons
voustordez
ils, ellestordent

Onvoltooid verleden tijd

jetordais
tutordais
il, elle, ontordait
noustordions
voustordiez
ils, ellestordaient

Verleden tijd

jetordis
tutordis
il, elle, ontordit
noustordîmes
voustordîtes
ils, ellestordirent

Toekomende tijd

jetordrai
tutordras
il, elle, ontordra
noustordrons
voustordrez
ils, ellestordront

Aanvoegende wijs

Tegenwoordige tijd

que jetorde
que tutordes
qu'il, qu'elle, qu'ontorde
que noustordions
que voustordiez
qu'ils, qu'ellestordent

Onvoltooid verleden tijd

que jetordisse
que tutordisses
qu'il, qu'elle, qu'ontordît
que noustordissions
que voustordissiez
qu'ils, qu'ellestordissent

Voorwaardelijke wijs

jetordrais
tutordrais
il, elle, ontordrait
noustordrions
voustordriez
ils, ellestordraient

Gebiedende wijs

(tu)tords
(nous)tordons
(vous)tordez

Vertalingen

Catalaans
torçar; tòrcer
Engels
to turn; to twist
Spaans
torcer
Portugees
torcer