Infinitiefpromettre
Tegenwoordig deelwoordpromettant
Voltooid deelwoordpromis

Aantonende wijs

Tegenwoordige tijd

jepromets
tupromets
il, elle, onpromet
nouspromettons
vouspromettez
ils, ellespromettent

Onvoltooid verleden tijd

jepromettais
tupromettais
il, elle, onpromettait
nouspromettions
vouspromettiez
ils, ellespromettaient

Verleden tijd

jepromis
tupromis
il, elle, onpromit
nouspromîmes
vouspromîtes
ils, ellespromirent

Toekomende tijd

jepromettrai
tupromettras
il, elle, onpromettra
nouspromettrons
vouspromettrez
ils, ellespromettront

Aanvoegende wijs

Tegenwoordige tijd

que jepromette
que tupromettes
qu'il, qu'elle, qu'onpromette
que nouspromettions
que vouspromettiez
qu'ils, qu'ellespromettent

Onvoltooid verleden tijd

que jepromisse
que tupromisses
qu'il, qu'elle, qu'onpromît
que nouspromissions
que vouspromissiez
qu'ils, qu'ellespromissent

Voorwaardelijke wijs

jepromettrais
tupromettrais
il, elle, onpromettrait
nouspromettrions
vouspromettriez
ils, ellespromettraient

Gebiedende wijs

(tu)promets
(nous)promettons
(vous)promettez

Vertalingen

Catalaans
prometre
Duits
versprechen; zusagen
Engels
to promise
Spaans
prometer
Italiaans
promettere
Nederlands
beloven; toezeggen
Portugees
prometer