Infinitiefdiffuser
Tegenwoordig deelwoorddiffusant
Voltooid deelwoorddiffusé

Aantonende wijs

Tegenwoordige tijd

jediffuse
tudiffuses
il, elle, ondiffuse
nousdiffusons
vousdiffusez
ils, ellesdiffusent

Onvoltooid verleden tijd

jediffusais
tudiffusais
il, elle, ondiffusait
nousdiffusions
vousdiffusiez
ils, ellesdiffusaient

Verleden tijd

jediffusai
tudiffusas
il, elle, ondiffusa
nousdiffusâmes
vousdiffusâtes
ils, ellesdiffusèrent

Toekomende tijd

jediffuserai
tudiffuseras
il, elle, ondiffusera
nousdiffuserons
vousdiffuserez
ils, ellesdiffuseront

Aanvoegende wijs

Tegenwoordige tijd

que jediffuse
que tudiffuses
qu'il, qu'elle, qu'ondiffuse
que nousdiffusions
que vousdiffusiez
qu'ils, qu'ellesdiffusent

Onvoltooid verleden tijd

que jediffusasse
que tudiffusasses
qu'il, qu'elle, qu'ondiffusât
que nousdiffusassions
que vousdiffusassiez
qu'ils, qu'ellesdiffusassent

Voorwaardelijke wijs

jediffuserais
tudiffuserais
il, elle, ondiffuserait
nousdiffuserions
vousdiffuseriez
ils, ellesdiffuseraient

Gebiedende wijs

(tu)diffuse
(nous)diffusons
(vous)diffusez

Vertalingen

Catalaans
difondre
Engels
to broadcast; to diffuse
Spaans
difundir; emitir
Italiaans
diffondere
Portugees
difundir