Infinitiefreposer
Tegenwoordig deelwoordreposant
Voltooid deelwoordreposé

Aantonende wijs

Tegenwoordige tijd

jerepose
tureposes
il, elle, onrepose
nousreposons
vousreposez
ils, ellesreposent

Onvoltooid verleden tijd

jereposais
tureposais
il, elle, onreposait
nousreposions
vousreposiez
ils, ellesreposaient

Verleden tijd

jereposai
tureposas
il, elle, onreposa
nousreposâmes
vousreposâtes
ils, ellesreposèrent

Toekomende tijd

jereposerai
tureposeras
il, elle, onreposera
nousreposerons
vousreposerez
ils, ellesreposeront

Aanvoegende wijs

Tegenwoordige tijd

que jerepose
que tureposes
qu'il, qu'elle, qu'onrepose
que nousreposions
que vousreposiez
qu'ils, qu'ellesreposent

Onvoltooid verleden tijd

que jereposasse
que tureposasses
qu'il, qu'elle, qu'onreposât
que nousreposassions
que vousreposassiez
qu'ils, qu'ellesreposassent

Voorwaardelijke wijs

jereposerais
tureposerais
il, elle, onreposerait
nousreposerions
vousreposeriez
ils, ellesreposeraient

Gebiedende wijs

(tu)repose
(nous)reposons
(vous)reposez

Vertalingen

Catalaans
descansar
Duits
ausruhen; ruhen
Engels
to rest
Spaans
descansar
Italiaans
riposare
Nederlands
rusten; uitrusten
Portugees
descansar