Infinitiefcharmer
Tegenwoordig deelwoordcharmant
Voltooid deelwoordcharmé

Aantonende wijs

Tegenwoordige tijd

jecharme
tucharmes
il, elle, oncharme
nouscharmons
vouscharmez
ils, ellescharment

Onvoltooid verleden tijd

jecharmais
tucharmais
il, elle, oncharmait
nouscharmions
vouscharmiez
ils, ellescharmaient

Verleden tijd

jecharmai
tucharmas
il, elle, oncharma
nouscharmâmes
vouscharmâtes
ils, ellescharmèrent

Toekomende tijd

jecharmerai
tucharmeras
il, elle, oncharmera
nouscharmerons
vouscharmerez
ils, ellescharmeront

Aanvoegende wijs

Tegenwoordige tijd

que jecharme
que tucharmes
qu'il, qu'elle, qu'oncharme
que nouscharmions
que vouscharmiez
qu'ils, qu'ellescharment

Onvoltooid verleden tijd

que jecharmasse
que tucharmasses
qu'il, qu'elle, qu'oncharmât
que nouscharmassions
que vouscharmassiez
qu'ils, qu'ellescharmassent

Voorwaardelijke wijs

jecharmerais
tucharmerais
il, elle, oncharmerait
nouscharmerions
vouscharmeriez
ils, ellescharmeraient

Gebiedende wijs

(tu)charme
(nous)charmons
(vous)charmez

Vertalingen

Catalaans
embadalir; encantar; encisar
Engels
to charm
Spaans
embelesar; encantar
Nederlands
betoveren; charmeren