Infinitiefconverger
Tegenwoordig deelwoordconvergeant
Voltooid deelwoordconvergé

Aantonende wijs

Tegenwoordige tijd

jeconverge
tuconverges
il, elle, onconverge
nousconvergeons
vousconvergez
ils, ellesconvergent

Onvoltooid verleden tijd

jeconvergeais
tuconvergeais
il, elle, onconvergeait
nousconvergions
vousconvergiez
ils, ellesconvergeaient

Verleden tijd

jeconvergeai
tuconvergeas
il, elle, onconvergea
nousconvergeâmes
vousconvergeâtes
ils, ellesconvergèrent

Toekomende tijd

jeconvergerai
tuconvergeras
il, elle, onconvergera
nousconvergerons
vousconvergerez
ils, ellesconvergeront

Aanvoegende wijs

Tegenwoordige tijd

que jeconverge
que tuconverges
qu'il, qu'elle, qu'onconverge
que nousconvergions
que vousconvergiez
qu'ils, qu'ellesconvergent

Onvoltooid verleden tijd

que jeconvergeasse
que tuconvergeasses
qu'il, qu'elle, qu'onconvergeât
que nousconvergeassions
que vousconvergeassiez
qu'ils, qu'ellesconvergeassent

Voorwaardelijke wijs

jeconvergerais
tuconvergerais
il, elle, onconvergerait
nousconvergerions
vousconvergeriez
ils, ellesconvergeraient

Gebiedende wijs

(tu)converge
(nous)convergeons
(vous)convergez

Vertalingen

Catalaans
convergir
Duits
konvergieren; zusammenlaufen
Engels
to converge
Spaans
converger
Italiaans
convergere
Nederlands
convergeren; samenkomen
Portugees
convergir