Infinitiefvalider
Tegenwoordig deelwoordvalidant
Voltooid deelwoordvalidé

Aantonende wijs

Tegenwoordige tijd

jevalide
tuvalides
il, elle, onvalide
nousvalidons
vousvalidez
ils, ellesvalident

Onvoltooid verleden tijd

jevalidais
tuvalidais
il, elle, onvalidait
nousvalidions
vousvalidiez
ils, ellesvalidaient

Verleden tijd

jevalidai
tuvalidas
il, elle, onvalida
nousvalidâmes
vousvalidâtes
ils, ellesvalidèrent

Toekomende tijd

jevaliderai
tuvalideras
il, elle, onvalidera
nousvaliderons
vousvaliderez
ils, ellesvalideront

Aanvoegende wijs

Tegenwoordige tijd

que jevalide
que tuvalides
qu'il, qu'elle, qu'onvalide
que nousvalidions
que vousvalidiez
qu'ils, qu'ellesvalident

Onvoltooid verleden tijd

que jevalidasse
que tuvalidasses
qu'il, qu'elle, qu'onvalidât
que nousvalidassions
que vousvalidassiez
qu'ils, qu'ellesvalidassent

Voorwaardelijke wijs

jevaliderais
tuvaliderais
il, elle, onvaliderait
nousvaliderions
vousvalideriez
ils, ellesvalideraient

Gebiedende wijs

(tu)valide
(nous)validons
(vous)validez

Vertalingen

Catalaans
validar
Duits
bestätigen; validieren
Engels
to validate
Spaans
validar
Italiaans
validare
Nederlands
geldig verklaren; valideren