Infinitieffaciliter
Tegenwoordig deelwoordfacilitant
Voltooid deelwoordfacilité

Aantonende wijs

Tegenwoordige tijd

jefacilite
tufacilites
il, elle, onfacilite
nousfacilitons
vousfacilitez
ils, ellesfacilitent

Onvoltooid verleden tijd

jefacilitais
tufacilitais
il, elle, onfacilitait
nousfacilitions
vousfacilitiez
ils, ellesfacilitaient

Verleden tijd

jefacilitai
tufacilitas
il, elle, onfacilita
nousfacilitâmes
vousfacilitâtes
ils, ellesfacilitèrent

Toekomende tijd

jefaciliterai
tufaciliteras
il, elle, onfacilitera
nousfaciliterons
vousfaciliterez
ils, ellesfaciliteront

Aanvoegende wijs

Tegenwoordige tijd

que jefacilite
que tufacilites
qu'il, qu'elle, qu'onfacilite
que nousfacilitions
que vousfacilitiez
qu'ils, qu'ellesfacilitent

Onvoltooid verleden tijd

que jefacilitasse
que tufacilitasses
qu'il, qu'elle, qu'onfacilitât
que nousfacilitassions
que vousfacilitassiez
qu'ils, qu'ellesfacilitassent

Voorwaardelijke wijs

jefaciliterais
tufaciliterais
il, elle, onfaciliterait
nousfaciliterions
vousfaciliteriez
ils, ellesfaciliteraient

Gebiedende wijs

(tu)facilite
(nous)facilitons
(vous)facilitez

Vertalingen

Catalaans
facilitar
Engels
to facilitate
Spaans
facilitar
Italiaans
facilitare
Portugees
facilitar